Meedenken over een uitvaart: de juiste vragen

Toen de 103-jarige oma van haar man op sterven lag, kreeg Eveline Oostdijk een bijzondere vraag van haar schoonouders: of ze, als het zover was, de uitvaart zou willen leiden.

Met een master humanistiek op zak en ruime ervaring in het onderwijs had Eveline zonder meer affiniteit met betekenisgeving en spreken voor een groep. Maar een afscheidsceremonie verzorgen – en dan ook nog voor een naaste, dat was nieuw voor haar. We spraken elkaar in de periode dat de oma haar laatste levensfase was ingegaan, over de betekenis van een goede ceremonie en de wensen of verwachtingen die hieraan ten grondslag kunnen liggen.

Terugkijkend vertelt Eveline:

“Ik heb inmiddels de uitvaart vormgegeven en geleid en het was een mooie bijeenkomst. Twee vragen die je tijdens ons gesprek stelde, zijn belangrijk en nuttig voor me geweest.

Ten eerste: ‘Welke verwachting heeft de familie precies van je?

Treed je op als ceremoniemeester, met vooral praktische taken? Praat je tijdens de bijeenkomst de verschillende bijdragen aan elkaar? Of is jouw rol echt bedoeld als regisseur van het rituele deel van de uitvaart?’

Jouw vragen hierover hielpen mij om dat tijdig ter sprake te brengen. De eerste stap die ik zette, was het voeren van een open gesprek over de wederzijdse verwachtingen. In dat gesprek kon ik mijn schoonmoeder vragen: als ik de uitvaart leid, waar ben ik dan voor? Haar antwoord was duidelijk: zij wilde dat mijn inbreng ruimte zou geven aan de emoties en de gevoelsinhoud van het afscheid. Ook het tijdens de uitvaart wel of niet benoemen van bepaalde zaken – de laatste jaren van haar leven waren zwaar, zowel voor haarzelf als voor de familie die voor haar zorgde – konden we vooraf goed bespreken.

Ten tweede vestigde je de aandacht op de vraag: ‘Wat is straks, tijdens de uitvaart, de betekenis van het samenzijn van de nabestaanden?’

Misschien wil je de aanwezigen vooral een platform bieden voor hun verdriet, en de ruimte geven om emoties met elkaar te delen. In een christelijke context zou je kunnen denken aan het begeleiden van de overgang van de overledene naar gene zijde. Maar oma was niet gelovig en de uitvaart had dan ook geen christelijke omlijsting. Ook hier hielpen jouw suggesties om focus aan te brengen: ons ging het erom haar leven te gedenken, wie zij was, met zoveel mogelijk getuigenissen daarvan.

Tijdens haar laatste weken zochten we oma veel op, en toen ze overleed, waren we om haar heen. Dat we die laatste fase samen meemaakten was bijzonder en waardevol; bij de uitvaart kon ik juist door die persoonlijke ervaring de nabestaanden in het afscheidsproces meenemen, zoals het uitzoeken van haar kleding en het beluisteren van haar gedachten over wat er zou zijn ná de dood. Ik kon bij wijze van spreken als ooggetuige terugblikken op die overgang van haar levend-zijn naar het overleden-zijn, de verzorging van haar lichaam, het heel intieme moment dat alle maskers af gaan – en zo de aanwezigen ook echt deelgenoot maken van die overgang.

Daarnaast hadden we als familie nagedacht over passende ritueeltjes en betekenisvolle manieren om terug te kijken op haar 103-jarige leven.

‘De eeuw van mijn oma’: in haar lange leven had ze natuurlijk veel gezien en meegemaakt, zo werd de geschiedenis verweven met haar persoonlijke geschiedenis. Er waren mooie verwijzingen naar Dordrecht, waar ze vandaan kwam, met een gedicht; haar 7 achterkleinkinderen verwezen met elk één gladiool naar haar deelname aan de Nijmeegse Vierdaagse.

Zo kwamen er tijdens de ceremonie drie rituele elementen bij elkaar: de nabestaanden getuige laten zijn van het overgangsmoment van leven naar dood, de aandacht voor zingeving in het afscheid, en het leggen van een verbinding tussen de aanwezigen. Op deze manier kon iedereen op passende wijze betekenis geven aan de gebeurtenissen.

Ik wil je bedanken voor het inspirerende gesprek! Ik heb echt wat gehad aan je tips en adviezen.”

Reacties zijn gesloten.